Compass Calibration
Last updated
Was this helpful?
Last updated
Was this helpful?
Een magnetisch kompas is van nature gevoelig voor externe invloeden. Storingen kunnen onder andere worden veroorzaakt door:
Magnetische voorwerpen zoals een schroevendraaier, brillenkoker, AirPods-doosje of magneetjes in kleding
Elektronische apparaten, waaronder mobiele telefoons
Nabijheid van infrastructuur zoals havens, bruggen, sluizen, tunnels, hoogspannings- en grondkabels
Deze invloeden kunnen leiden tot een verkeerde koersweergave.
Tip: Gebruik bij voorkeur de GPS-grondkoers voor een stabiele en betrouwbare koersweergave, zeker in gebieden met veel magnetische verstoring.
Zorg er eerst voor dat de ControlHead correct is uitgelijnd. Voer de uitlijning via de "here"-knop het beste uit wanneer u stilligt, bijvoorbeeld in de haven. De kalibratieplot (compas kalibratie) werkt het nauwkeurigst op open water, weg van storingsbronnen zoals bruggen, sluizen of elektronische apparatuur.
Wanneer de ControlHead recht naar voren wijst in de vaarrichting, is de Magnetic Heading Offset ingesteld op 0 graden.
Heeft u de ControlHead echter opzij gemonteerd, dan moet u de offset aanpassen:
Stuurboordzijde (rechts): Offset = -90°
Bakboordzijde (links): Offset = +90°
Een goede kompaskalibratie kunt u het beste uitvoeren op open water zonder aanwezige storingsbronnen. Vaar een aantal rondjes rustig over stuurboord en over bakboord en vink dan het vakje aan bij Compass Lock Calibration.
Als u merkt dat het kompas sterk afwijkt bij scheefstand, dan kunt u tijdelijk de kalibratie ontgrendelen door het vinkje bij Compass Lock Calibration uit te zetten. Het kompas zal zich dan automatisch aanpassen aan de nieuwe omstandigheden — het leert bij.
De kalibratie van de Accelerometer is niet nodig – deze wordt altijd door ons uitgevoerd vóór levering. Voor een correcte kalibratie moet de ControlHead uitgebouwd worden: Leg het apparaat vervolgens enkele seconden stil op elke van de zes zijden (boven, onder, links, rechts, voor en achter).