Eerste snelle ingebruikname

1. Levering en voorbereiding

De Pcnautic Autopilot-set wordt volledig getest en gebruiksklaar geleverd: plug & play.

Voor een soepele start raden we aan om eerst alleen de ControlHead te installeren. Met de groene schroefconnectoren maakt u eenvoudig de benodigde verbindingen.

De voedingskabel is reeds aangesloten op de MotorController. U kunt direct 12 volt aansluiten:

  • Rood = +

  • Zwart = –

Zo kunt u eenvoudig testen of het volledige systeem werkt, voordat u de set definitief inbouwt en de kabels netjes wegwerkt.

2. Eerste opstarttest

  • Sluit de voeding aan op de MotorController.

  • De LED’s op de MotorController gaan branden.

  • Tijdens het opstarten kan het scherm kort flikkeren. Wacht tot de achtergrondverlichting van het display blijft branden – dan is het systeem volledig actief.

3. Bediening ControlHead

  • Pijltoetsen: stuurstang in- of uitschuiven → Bij vasthouden: langzaam starten, daarna geleidelijke versnelling

  • M: opent het menu

  • A: keert terug naar het startscherm

  • Pijltoetsen in menu: navigeren

  • M in menu: bevestigen/selecteren

4. Gebruik van de webinterface (essentieel)

De webinterface is het centrale punt voor configuratie, bediening en kalibratie van het systeem.

Verbinden

  • De Autopilot maakt een eigen wifi-netwerk aan: Netwerknaam: pcnautic_AP Wachtwoord: standaard geen (tenzij ingesteld via interface)

Toegang

Functies

  • Autopilot bedienen

  • Kalibraties uitvoeren (kompas, offset)

  • Drive-positie instellen (stuurboord/bakboord)

  • Koersmodi wijzigen

  • NMEA-bronnen beheren

  • Wifi-netwerkinstellingen aanpassen

  • Firmware-updates

  • Gedetailleerde informatie via blauwe -symbolen

5. Oriëntatie & Kalibratie (via webinterface)

Open de webinterface en ga naar Compass calibration

5.1 Alignment

Druk op de oranje knop here wanneer de boot vlak en stil ligt in de haven om de interne sensoren uit te lijnen.

5.2 Magnetic Heading Offset

  • ControlHead in vaarrichting → Offset =

  • Stuurboord gemonteerd → Offset = -90°

  • Bakboord gemonteerd → Offset = 90°

5.3 Kompas kalibratie (automatisch)

Het systeem kalibreert zichzelf tijdens het varen. Laat de Autopilot aanstaan tijdens de eerste tocht. Bekijk Kompas kalibratie voor extra tips.

6. Gebruik van de tillerdrive

  1. Plaats de drive in de bus.

  2. Schuif de drive ongeveer naar verwachte roerstand.

  3. Druk op A op de ControlHead.

  4. Beweeg het roer naar de drive, zodat deze automatisch meebeweegt.

  5. Klik de drive op de roerpen.

7. Autopilot-display en koersbediening

  • Groene LED brandt: Autopilot actief

  • Bovenste koers = huidige vaarrichting

  • Onderste koers = ingestelde koers

Koers aanpassen (Auto-modus)

  • Korte druk pijltoets → 1° koersverandering

  • Lang indrukken → stappen van 5°, daarna 10° tot max. 100°

Modus selecteren

Via webinterface of via het menu op de ControlHead:

  • C: Kompas (standaard)

  • G: GPS-koers

  • W: Windrichting

  • TW: True Wind (met GPS)

  • N: Navigatie (met route)

Actieve modus herkenbaar aan vierkantje rond de letter op het scherm.

8. NMEA-gegevensuitwisseling (TCP)

Voor koppeling met navigatiesoftware of andere instrumenten:

  • IP-adres: 192.168.14.1

  • Poortnummer: 20220

Zorgt voor uitwisseling van koers-, GPS-, wind- en navigatiegegevens. Volledige instructies staan onder NMEA-gegevensverbindingen.

9. Instrumenten via USB aansluiten

  • USB GPS-muis: direct aansluiten (baudrate automatisch)

  • NMEA0183 via USB-adapter: bijv. voor windmeter of multiplexer → Compatibel model: 👉 Isolated NMEA0183 input to USBpcnautic.com

Data wordt ook via WiFi doorgestuurd naar bijv. OpenCPN (mits geconfigureerd).

10. Installatiedetails

Drive-montage

  • Standaard: stuurboordzijde

  • Drive aan bakboord? → Instellen via Webinterface → Configuration → Servo mounted left

Aansluitingen MotorController

  • Groene schroefconnectoren zijn stekkers:

    1. Trek de stekker voorzichtig los (kabels hebben speling, dus u hoeft niet bang te zijn dat ze meteen loskomen).

    2. Zodra de stekkers verwijderd zijn, kunt u de wartels losdraaien.

    3. Duw de kabel naar binnen via bovenzijde voor eenvoudige toegang tot de schroefjes

  • Na het losmaken kunt u de kabels verwijderen, alles netjes definitief monteren, en de kabels correct doorvoeren.

Aansluitschema MotorController

Last updated

Was this helpful?