Pcnautic Autopilot
Nederlands
Nederlands
  • Introductie
  • Disclaimer
  • Inhoud Pcnautic Autopilot-set
  • Eerste snelle ingebruikname
  • Installatie
    • TillerDrive
    • MotorController
    • Controlhead / Bedienkast
  • Bediening
    • ControlHead / Bedienkast
    • Webinterface
      • Control - Bediening
      • Profiles - Profielen
      • Tuning
      • Configuratie
      • Compass Calibration
      • Rudder Calibration
      • Wifi / network config
      • Maintenance
        • Emergency
      • Statistics
    • Monitoring en alarmering
    • OpenCPN plug-in
    • Wear OS smartwatch app
  • NMEA-gegevensverbindingen (TCP / USB)
    • YachtDevices YDWG
    • OpenCPN
    • TCP NMEA-gegevensverbinding met Autopilot als NMEA-gegevensclient
  • Specificaties
  • Onderhoud
  • Problemen oplossen
Powered by GitBook
On this page
  • Roerstandkalibratie
  • Servo min / max rudder fault active
  • Servo min / max rudder fault beep active
  • Use external NMEA rudder data
  • Rudder
  • Rudder Range
  • Trim rudder range
  • Stappen voor het kalibreren van het roer:

Was this helpful?

  1. Bediening
  2. Webinterface

Rudder Calibration

PreviousCompass CalibrationNextWifi / network config

Last updated 1 month ago

Was this helpful?

Roerstandkalibratie

Servo min / max rudder fault active

Voor het functioneren van de stuurautomaat is de roerstandsensor niet vereist. U kunt de sensor wel gebruiken om de maximale uitslag van het roer te beperken, maar dit is bij de Pcnautic TillerDrive niet nodig, omdat deze voorzien is van ingebouwde eindschakelaars.

Om te voorkomen dat de roerstandsensor onbedoeld de maximale uitslag beperkt bij gebruik van de Pcnautic TillerDrive, staat de functie Servo min / max rudder fault active standaard uitgeschakeld.

Wilt u de roerstandsensor alleen gebruiken voor weergave, dan kunt u deze functie uitgeschakeld laten. Wilt u de sensor gebruiken om de maximale roeruitslag actief te begrenzen, schakel de functie dan in.

Servo min / max rudder fault beep active

Schakel hier een akoestisch alarm in wanneer de roeruitslaglimiet wordt overschreden.

Use external NMEA rudder data

Activeer deze optie om NMEA-roergegevens van een extern apparaat voorrang te geven boven de interne roergegevens.

Rudder

Hier wordt de huidige roestand weergegeven

Rudder Range

Geef hier het maximale bereik op van het roer in graden

Trim rudder range

Stel deze parameter in (waarde < 100%) om een alarm te krijgen voordat het roer buiten het toegestane bereik komt. Zie de berekende grenswaarde die wordt weergegeven.

Stappen voor het kalibreren van het roer:

  1. Druk op Reset om eventuele eerder opgeslagen kalibratiegegevens te wissen.

  2. Draai het roer handmatig volledig naar bakboord (Port range), daarna naar stuurboord (Starboard range), en vervolgens naar het midden (Centered). Druk bij elk van deze posities op de bijbehorende kalibratieknop! (De volgorde maakt niet uit, maar alle drie de posities moeten worden ingesteld.)

  3. Het systeem berekent vervolgens automatisch de schaal, offset en eventuele niet-lineariteit van de sensor.

  4. Daarna dient u handmatig de roeruitslag (Rudder range) in te stellen op de werkelijke maximale roerhoek (bijvoorbeeld 35°). Deze waarde:

  • Bepaalt het kalibratiebereik.

  • Beperkt tijdens gebruik hoe ver de stuurautomaat het roer mag bewegen.

Tip: U kunt kalibreren op een uitslag van 35°, maar deze daarna aanpassen naar bijv. 30° om het bewegingsbereik te beperken. De actieve waarde bepaalt de toegestane maximale uitslag van de motorcontroller.

Uw roerstand is nu gekalibreerd, indien de uiterste stand wordt bereikt kan alleen nog in tegenovergestelde richting worden bewogen.

Screenshot pagina roerstandkalibratie